Als eigenaar van de Bisschopsmolen en de Granentafel én initiatiefnemer van GrainLabs, weet Frank van Eerd bijna alles over graan en graanproducten. Om zijn plannen te realiseren vroeg hij verschillende subsidies aan. 

Wat lekker is, moet goed zijn

Bakkerij en smaaklokaal de Bisschopsmolen is het verkooppunt van de producten. Daar wordt in het zicht van de klanten brood en vlaai geproduceerd. Nieuwe producten worden ontwikkeld door GrainLabs. Deze producten dragen bij aan een gezonde en duurzame wereld. De Granentafel maakt graanmixen en de producten die in GrainLab zijn ontwikkeld. Frank: “Wij hebben zoveel mogelijk regionale granen en kunnen de telers bij hun naam. Er wordt dus zoveel mogelijk lokaal ingekocht en CO2-uitstoot wordt beperkt. Door de keten kort te houden, krijgen alle schakels een eerlijke prijs. Want onze overtuiging is: ‘Wat lekker is, moet ook goed zijn!’”

Kennis delen

Naast de aandacht voor duurzaamheid en streekproducten, vindt Frank kennis delen en samenwerken op het gebied van gezonde voeding minstens zo belangrijk. “Voeding is het belangrijkste element om ons lichaam te laten presteren”, vertelt hij. Daarom werd GrainLabs opgericht, een laboratorium voor granen. Hier komen wetenschappers, sportdeskundigen en mensen uit de zorg samen om de gezondheidsaspecten van verschillende graansoorten te onderzoeken en kennis te delen.

De taal van subsidies

Zowel in GrainLabs als in de bakkerij wordt geëxperimenteerd en geïnnoveerd. Maar volgens Frank moet je voor kennis van subsidieregelingen op het gebied van Food toch echt bij een expert zijn: “Ik wist wel dat er geld beschikbaar is voor innovatie, maar waar liggen de mogelijkheden? Ik denk dat veel ondernemers het ook links laten liggen en zich richten op andere projecten.” Gelukkig deed Frank dat niet, want hij profiteert al jaren van subsidie, wat hem heeft geholpen zijn groeiplannen te realiseren. Voor het inwinnen van advies en het opstellen van subsidieaanvragen, schakelt hij al jaren de hulp in van de consultant Frank-André Becker: “Je moet als het ware de taal spreken, dat doet Frank-André uitstekend.”  

Subsidieregelingen in food-sector

Bij de regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Limburg (LIOF), vroeg Frank twee subsidies aan. Allereerst een haalbaarheidsproject, waarbij externe deskundigen werden ingehuurd om de ontwikkeling van Limburgs desem-gerstebrood op basis van bierbostel te onderzoeken. Bij het tweede innovatieproject vond ontwikkeling plaats met een modern productieproces. Ook ontvangt het bedrijf WBSO subsidie voor het ontwikkelen van een eiwitrijke snack voor mensen die in het ziekenhuis liggen. 

Europese Sustainability Award

De afgelopen jaren heeft Frank samen met zijn team veel bereikt. Om een voorbeeld te geven, de Bisschopsmolen heeft in samenwerking met de universiteit van Wageningen en Maastricht ‘Tritordeum’ als nieuwe graansoort op de markt gebracht. “Via prof Fred Brouns kwamen we in contact met de Universiteit van Barcelona,” vertelt Frank. “Daar hadden ze Tritordeum ontwikkeld, een kruising tussen een wilde gerst en durum. De verwachting is dat dit project een positief effect heeft op mensen die last hebben van hun darmen.” Dit laatste werd onderzocht tijden een WoW-project in Venlo (Well on Wheat). Tritordeum won de Europese sustainability award voor het meest gezonde graan. 

Van fastfood naar slowfood

“Maar we zijn er nog niet,” legt Frank uit. Er is volgens hem nog veel onkunde over graan en ook zijn er fabels. “Graan bevat per 100 gram meer eiwitten dan 100 gram ei. Vanuit het WoW-project weten we hoe onze darmen werken en wat goed of slecht is voor onze darmen. Heel misschien heeft de graansoort een positief effect op ons lichaam als we tenminste de juiste techniek toepassen,” licht hij toe. “Het opgeblazen gevoel dat mensen ervaren is het gevolg van de bereidingswijze. We moeten van fastfood naar slowfood.” Als voorzitter van een club bakkers wil hij hier verandering in brengen. “We leven in een maatschappij waar alles snel moet, maar om gezond en goed brood te bereiden moet je de tijd nemen, minstens 24 uur. De bakkerijen van de supermarkten passen de slowfood-techniek al toe, nu de ambachtelijke bakkers nog.”