Prinsjesdag 2022: alle innovatieplannen op een rij
Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag. Op deze dag werden de innovatieplannen van 2023 bekend gemaakt. Welke wijzigingen zijn van belang voor innovatieve ondernemers? Wij zetten het voor je op een rij.
Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag. Op deze dag werden de innovatieplannen van 2023 bekend gemaakt. Welke wijzigingen zijn van belang voor innovatieve ondernemers? Wij zetten het voor je op een rij.
- 1. WBSO ongewijzigd
- 2. Verlaging zelfstandigenaftrek
- 3. Verhoging tarief vennootschapsbelasting
- 4. Innovatiebox
- 5. Progressief tarief in box 2
- 6. Nationaal Groeifonds
- 7. Prijsplafond energieprijzen
- 8. Meer budget naar duurzame regelingen
- 9. Minder budget Praktijkleren
- 10. Tel mee met Taal
- 11. Vervallen gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups
- 12. Nieuwe aanpak start-upbeleid
- 13. BMKB-Groen
1. WBSO ongewijzigd
In 2023 worden geen grondslagaanpassingen van de WBSO voorgesteld. Dit betekent dat de WBSO in zijn huidige vorm ook voor 2023 geldt. Daarnaast is in het Belastingplan het budget voor de WBSO bekendgemaakt. Het beschikbare budget voor 2023 bedraagt € 1.370 miljoen.
Definitie Programmatuurontwikkeling ongewijzigd
Afgelopen jaar is EZK-staatssecretaris Keijzer ingegaan op het eventueel wijzigen van de definitie van progammatuur (sotwareontwikkeling) in de WBSO. In een aparte Kamerbrief meldt zij dat de definitie niet wordt aangepast. Uit gesprekken met experts, bedrijven en intermediairs is gebleken dat er waarde wordt gehecht aan een stabiel beleid en een toekomstbestendige WBSO, waardoor er gekozen is om de huidige definitie te behouden.
2. Verlaging zelfstandigenaftrek
Momenteel bedraagt de zelfstandigenaftrek voor ondernemers die aan het urencriterium voldoen € 6.310. Vanaf 2023 wordt de zelfstandigenaftrek in zes stappen van € 650 en twee stappen van € 605 teruggebracht tot € 1.200 in 2030. Bij het versneld afbouwen wordt de zelfstandigenaftrek al in 2026 teruggebracht tot € 1.200 en in 2027 verder verlaagd naar € 900.
3. Verhoging tarief vennootschapsbelasting
De bovengrens van de eerste schijf van de vennootschapsbelasting wordt verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Hierdoor betalen bedrijven eerder het hoge Vpb-tarief van 25,8%. Het tarief van de eerste schijf (tot € 200.000) wordt verhoogd van 15% naar 19%
4. Innovatiebox
Voorbeeld B: een bedrijf heeft € 225.000 winst en mag hiervan 30% in de Innovatiebox stoppen. In het huidige systeem zou dit € 4.050 voordeel opleveren en in het voorgestelde systeem voor 2023 levert dit een voordeel op van € 8.450.
5. Progressief tarief in box 2
Inkomsten uit aanmerkelijk belang zullen per 2024 belast worden tegen een progressief tarief. Het inkomen uit ab tot en met € 67.000 zal onder een tarief van 26% vallen. Het meerdere valt onder een tarief van 29,5%.
6. Nationaal Groeifonds
In 2023 draagt het kabinet € 1,6 miljard in het Nationaal Groeifonds bij aan het vergroten van het Nederlands verdienvermogen. Het gaat hierbij om investeringen voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (R&D) en voor kennisontwikkeling. Op deze 2 terreinen is volgens het kabinet de meeste kans aanwezig voor structurele en duurzame economische groei.
7. Prijsplafond energieprijzen
Het prijsplafond voor de energierekening wordt vastgesteld op maximaal € 1,50 per kuub gas en € 70 cent per kilowattuur elektriciteit. Dit prijsplafond gaat op 1 november 2022 in en blijft heel 2023 van kracht. Daarnaast wordt de energiebelasting zo aangepast dat het verbruik van elektriciteit in termen van energie-inhoud aantrekkelijker wordt ten opzichte van het gebruik van aardgas. Om doelstellingen voor de gebouwde omgeving te halen, worden subsidieregelingen voor isolatie, hybride warmtepompen, warmtenetten en andere duurzame alternatieven geïntroduceerd, verbreed en geïntensiveerd.
8. Meer budget naar duurzame regelingen
- Met ingang van 1 januari 2023 wordt het budget van de Energie-Investeringsaftrek verhoogd met € 100 miljoen per jaar. Dit komt uit op een budget van € 249 miljoen.
- Het budget van de Milieu-Investeringsaftrek wordt met ingang van 1 januari 2025 verhoogd met € 50 miljoen per jaar. Dit komt uit op een budget van € 194 miljoen. Het extra budget is voornamelijk nodig om ervoor te zorgen dat de bestaande bedrijfsmiddelen gestimuleerd kunnen blijven.
- Vanuit het Klimaatfonds wordt € 100 miljoen budget toegevoegd aan het voor 2023 beschikbare budget voor de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE)
- Binnen de regeling Topsector energieprojecten (TSE) zullen er nieuwe openstellingen plaatsvinden van de MOOI, HER+ en DEI+.
- Technieken met een hogere subsidie-intensiteit komen vanaf 2023 eerder in aanmerking voor de SDE++, omdat voor deze technieken budget wordt gereserveerd. Het zogeheten hekje. Hierbij wordt gewerkt met een budget voor de domeinen waar zich nu knelpunten bevinden: lage-temperatuurwarmte, hoge-temperatuurwarmte en moleculen (onder andere groen gas, geavanceerde hernieuwbare brandstoffen en waterstofproductie). Voor elk van deze domeinen wordt een budget van € 750 miljoen gereserveerd bij een referentie-openstellingsbudget van € 5 miljard. Voor CO2-afvang, -opslag of gebruik (CCS/CCU) en hernieuwbare elektriciteit wordt geen budget gereserveerd.
- De regeling Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie (VEKI) wordt in 2023 voorgezet en er zal € 28 miljoen budget extra uit het Klimaatfonds worden toegevoegd.
- De subsidieregeling circulaire ketenprojecten wordt uitgebreid naar grotere ketendoorbraakprojecten. In 2023 wordt gestart met een mkb-stimuleringsprogramma voor de ontwikkeling en opschaling van recycling.
- Eind 2021/begin 2022 zijn de regeling Investeren in groen-economisch herstel (GEH) en de regeling Samenwerken aan groen-economisch herstel (SGEH) opengesteld. Vanwege de enorme belangstelling – in het bijzonder voor de investeringsregeling – worden in het najaar van 2022 vergelijkbare regelingen opengesteld onder de geldende POP3+-subsidievoorwaarden. Dit houdt in dat een subsidiepercentage van 40% zal worden toegepast.
9. Minder budget Praktijkleren
Het budget voor de Praktijkleren regeling daalt. De tijdelijke middelen in het kader van het National Programma Onderwijs en de Aanpak Jeugdwerkloosheid die in 2021 en 2022 aan de regeling zijn toegevoegd, lopen af. Wel wordt er tot en met studiejaar 2023/2024 een bedrag van € 10,6 miljoen per jaar toegevoegd om de sectoren landbouw, horeca en recreatie tegemoet te komen. Werkgevers kunnen hiermee extra praktijk- en werkleerplaatsen aanbieden voor studenten.
10. Tel mee met Taal
Er wordt volgend jaar € 15,6 miljoen extra budget beschikbaar gesteld voor Tel mee met Taal. Hiermee kan laaggeletterdheid worden aangepakt.
11. Vervallen gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups
Voor dga’s van start-ups geldt momenteel dat zij bij de toepassing van de gebruikelijkloonregeling mogen uitgaan van het wettelijk minimumloon. Voor deze regeling gold in beginsel een termijn tot 1 januari 2022 tenzij de regeling voor die tijd positief zou zijn geëvalueerd. De regeling was verlengd met een jaar en de evaluatie van de regeling is inmiddels voltooid. Uit de evaluatie blijkt dat van de regeling maar zeer beperkt gebruik wordt gemaakt en dat de baten van de regeling ook heel beperkt zijn. Volgens het kabinet slaagt de regeling er daarom niet in om innovatieve start-ups te stimuleren en daarom vervalt de uitzondering van de gebruikelijkloonregeling per 1 januari 2023.
12. Nieuwe aanpak start-upbeleid
Het Kabinet ziet startups en scale-ups als belangrijke aanjagers van vernieuwing die bijdragen aan brede welvaart. Deze bedrijven zorgt met haar innovatieve en vaak digitale oplossingen voor economische groei en nieuwe banen en draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Het huidige beleid omtrent startups en scale-ups dateert uit 2019 en loopt medio 2023 af. Daarom werkt EZK aan een nieuwe aanpak voor het startupbeleid, en zal het begin 2023 met een nieuwe aanpak komen. De aanpak beschrijft wat de ambitie van het kabinet is, wat nodig is om die ambitie te realiseren en welke concrete initiatieven EZK neemt of voorbereidt om het ondernemingsklimaat voor startups en scale-ups merkbaar en meetbaar te versterken.
13. BMKB-Groen
Twee belangrijke onderwerpen voor het mkb zijn momenteel passende financiering en arbeidsmarktkrapte. Eerstgenoemde is belangrijk opdat ondernemers kunnen investeren in herstel, groei, vernieuwing en transities. Daar waar ondernemers belemmeringen ervaren, streeft het kabinet ernaar om deze zo veel mogelijk weg te nemen. Daarom worden bijvoorbeeld de mogelijkheden verkend voor de BMKB-Groen, een borgstellingskrediet voor het mkb dat erop gericht is om groene investeringen van het mkb te bevorderen. Meer informatie volgt later.
Vragen over de nieuwe maatregelingen voor jouw organisatie?
Wil je weten hoe jouw onderneming wordt beïnvloed door de plannen van prinsjesdag? Neem contact met ons op.